DEN HAAG – Noodhulpauto’s van de politie krijgen een defibrillator. Met zo’n apparaat is het mogelijk een elektrische schok aan het hart toe te dienen als er sprake is van levensbedreigende hartritmestoornissen.
Minister Johan Remkes (Binnenlandse Zaken), die er in de afgelopen jaren niets voor voelde politieauto’s hiermee uit te rusten, investeert 5 miljoen euro in de defibrillators. Hij kondigde dat woensdag aan tijdens de behandeling van de begroting van zijn ministerie voor 2007.

Noodhulpauto’s van de politie zijn de wat grotere auto’s en vaak busjes die de hele dag van incident naar incident rijden. Volgens een woordvoerder van Remkes rijden er in Nederland 3000 noodhulpauto’s rond.

De minister stelde tot dusver altijd dat het niet tot de kerntaken van de politie behoort om op deze manier hulp te verlenen. Ook de Raad van Hoofdcommissarissen was tegen defibrillators in politieauto’s, omdat agenten niet zijn opgeleid om medische handelingen te verrichten.

Sinds april 2005 steunt een ruime meerderheid van de Tweede Kamer echter een motie van het CDA om politieauto’s uiterlijk per 2007 te voorzien van een defibrillator. Naar aanleiding van vragen van CDA-Kamerlid Liesbeth Spies tijdens de begrotingsbehandeling zegde de minister de apparaten alsnog toe voor noodhulpauto’s van de politie.

De Raad van Hoofdcommissarissen is nu wel blij met de apparaten, zei een woordvoerder. De aanvankelijke tegenstand is weggenomen, omdat het gebruik van het apparaat geen medische handeling blijkt te zijn. Destijds stond de politie bovendien onder druk en wilde de raad voorkomen dat de verantwoordelijkheid voor de levensreddende handeling niet alleen bij de politie zou worden gelegd.

Inmiddels hangen de eenvoudig te bedienen defibrillators op diverse plaatsen, zoals in winkelcentra en bij bedrijven en verenigingen. Daardoor is de verantwoordelijkheid voor het gebruik ervan verdeeld en wordt het geen exclusieve taak van de politie, aldus de zegsman.